HARDINXVELD-GIESSENDAM – Zaken waarop het dorp slechter scoort. Meer inwoners vinden dat hun buurt in vergelijking met andere gemeenten achteruit is gegaan in de afgelopen twaalf maanden. Er wordt meer verkeersoverlast ervaren, met name te hard rijden en parkeerproblemen. Inwoners doen minder vaak aan bepaalde preventieve maatregelen. Ook zijn de Hardinxvelders minder positief in hun oordeel en over de zichtbaarheid van de politie in de buurt en zij ze minder tevredenheid over het functioneren van gemeentelijke handhavers.
Inwoners zijn steekproefsgewijs gevraagd een enquête in te vullen voor dit onderzoek. Het Onderzoekscentrum Drechtsteden heeft de resultaten van de Veiligheidsmonitor vertaald. (Stockfoto Hans van der Aa / HG24)
Hardinxveld-Giessendam scoort ook op punten beter dan andere gemeenten. Het rapportcijfer over de veiligheidsbeleving scoort bijvoorbeeld hoger. Er is sprake van minder slachtofferschap van vermogensdelicten. Een grotere zichtbaarheid van gemeentelijke handhavers in de buurt en meer inwoners met een buurt-of burgerwacht in de buurt.
Elke twee jaar voeren het Centraal Bureau voor de Statistieken en I&O Research de landelijke Veiligheidsmonitor uit om een lokaal beeld van de veiligheidssituatie te krijgen. Dit onderzoek richt zich op de veiligheidssituatie en het veiligheidsniveau van gemeenten en hun wijken. Verschillende veiligheidsthema’s zoals verkeersoverlast, criminaliteitservaringen en buurtbeleving worden onderzocht. Ook in de gemeente Hardinxveld-Giessendam is de Veiligheidsmonitor uitgevoerd.
Misdrijf
Het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt (7,8) en een kleiner aandeel voelt zich weleens onveilig in de buurt (7%). Minder inwoners stellen dat er veel criminaliteit in de buurt voorkomt en minder inwoners ervaren een toename van de criminaliteit in de buurt in de afgelopen 12 maanden. Er is sprake van minder slachtofferschap van vermogensdelicten. Een op de zeven inwoners van Hardinxveld-Giessendam (14%) geeft aan slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf. Dit percentage wijkt niet significant af van vergelijkbare gemeenten. Wanneer we kijken naar de verschillende typen delicten, blijkt dat 4% slachtoffer is geweest van een geweldsdelict, 5% van vernieling, en 6% van een vermogensdelict, waaronder (poging tot) inbraak, (poging tot) zakkenrollerij/beroving, autodiefstal, fietsdiefstal, diefstal uit/vanaf auto, diefstal van andere voertuigen en overige diefstal.
Overlast
Twee derde van de inwoners van Hardinxveld-Giessendam (66%) ziet zelden of nooit gemeentelijke handhavers in hun woonbuurt. Ruim een kwart (28%) ziet hen soms en 4% ziet hen vaak. In vergelijkbare gemeenten is het aandeel inwoners dat handhavers soms ziet kleiner (20% in plaats van 28% in Hardinxveld-Giessendam), terwijl het aandeel dat hen nooit ziet groter is (43% in plaats van 30% in Hardinxveld-Giessendam). In Hardinxveld-Giessendam is de aanwezigheid van een buurt- of burgerwacht in de buurt (36%) aanzienlijk hoger dan in vergelijkbare gemeenten (7%). In 2023 ervaart een vijfde (19%) van de inwoners veel overlast van rommel, vernieling, bekladding en/of hondenpoep, wat een toename is ten opzichte van voorgaande jaren. In vergelijkbare gemeenten ligt dit percentage op 17%. Specifiek ondervindt 16% van de inwoners veel overlast van hondenpoep, terwijl 5% veel overlast ervaart van rommel op straat.
Preventieve maatregelen
Ruim een derde van de inwoners van Hardinxveld-Giessendam (36%) ervaart veel overlast van ten minste één van deze vormen van overlast. Het aandeel inwoners dat verkeersoverlast ervaart ligt hiermee hoger dan in vergelijkbare gemeenten. De meeste overlast komt door te hard rijden (24%) en parkeerproblemen (21%). Daarnaast ervaart 7% veel overlast van agressief verkeersgedrag. De meest genomen maatregel om eigen bezittingen te beschermen in Hardinxveld-Giessendam is het meenemen van waardevolle spullen uit de auto; acht op de tien inwoners (80%) doen dit. De helft van de inwoners laat ’s avonds licht branden als er niemand thuis is. De meest genomen maatregel in en rondom de woning is het aanbrengen van extra veiligheidssloten of grendels op ramen en deuren; twee derde (66%) heeft dit gedaan. Bovendien heeft 53% buitenverlichting met een sensor. Vergeleken met andere gemeenten nemen inwoners van Hardinxveld-Giessendam iets minder preventieve maatregelen om zichzelf, hun bezittingen en woningen te beschermen. Wel hebben meer inwoners (rol)luiken (37%) dan in vergelijkbare gemeenten. Buurtpreventie-apps zijn minder vaak aanwezig, waardoor minder huishoudens lid zijn, en er zijn ook minder huishoudens aangemeld bij Burgernet. Inwoners zetten minder vaak hun fiets in een bewaakte stalling, laten minder vaak waardevolle spullen thuis, en hebben minder vaak camerabewaking, alarminstallaties en raamstickers van het Politiekeurmerk Veilig Wonen op hun woning.
Niet zichtbaar
Minder positief oordeel en zichtbaarheid over de politie in de buurt en minder tevredenheid over het functioneren van gemeentelijke handhavers. Net als in vergelijkbare steden zegt ruim twee derde van de inwoners van Hardinxveld-Giessendam (65%) dat ze de politie zelden of nooit zien in de buurt. Het aandeel inwoners dat vaak politie in de buurt ziet is wel iets lager dan in vergelijkbare gemeenten (3% tegenover 6%). Ruim een derde (37%) van de inwoners vindt dat de politie burgers in de buurt bescherming biedt tegenover 43% van de inwoners van vergelijkbare gemeenten. Zes op de tien inwoners (61%) van Hardinxveld vinden dat de politie weinig contact heeft met mensen in de buurt. In vergelijkbare gemeenten heeft de helft (52%) van de inwoners die mening. Ook over de samenwerking met bewoners en het aanpakken van de problemen in de buurt zijn inwoners iets minder positief dan inwoners van vergelijkbare gemeenten. Het verschil is in beide gevallen vier procentpunten. Een op de zes inwoners (17%) is (zeer) tevreden over het functioneren van de gemeentelijke handhavers (in hun buurt of elders in hun gemeente). Dit is minder dan de 23% in vergelijkbare gemeenten. Deze conclusies zullen worden volgens de gemeente meegenomen in het uitvoeringplan 2025-2026. Het uitvoeringsplan wordt in november 2024 gedeeld.