door Peter Donk
HARDINXVELD-GIESSENDAM – De gemeente Hardinxveld-Giessendam is donderdag 14 november 2024 met de Eindrapportage Onderzoek doorontwikkeling sporthal De Wielewaal naar buiten gekomen. Uit het 26 pagina’s tellende rapport blijkt dat dat de onderzoekers de uitbreiding van de bestaande sporthal ondersteunen.
“Door ons is vastgesteld dat de huidige sporthal De Wielewaal ruimtelijk en functioneel kan worden uitgebreid van drie naar vier zaaldelen”, staat in de eindrapportage. (Foto ArieJan van Termeij / HG24)
Dit extra zaaldeel ter plaatse van het huidige trapveldje biedt ruimte aan één basketbalveld, éénvolleybalveld en
vier badmintonvelden. “De ruimtelijke en constructieve mogelijkheden van uitbreiding van de sporthal met twee zaaldelen, conform de wens van de sportverenigingen, zijn door ons niet onderzocht. Dat geldt ook voor de bestemmingsplan technische mogelijkheden met het oog op het gestapeld bouwen van twee zaaldelen. Alternatief voor uitbreiding van sporthal De Wielewaal is realisatie van een nieuwe sporthal met vier zaaldelen. De hal heeft
dan een afmeting van 70x32x7 meter met een bruto vloeroppervlak van 3.654 m2″, schrijven de onderzoekers van Synarchis gevestigd aan de Kade.
Gebruik sporthal
Zowel sporthal De Wielewaal als sporthal De Appelgaard kennen een hoge bezettingsgraad. Overdag is De Appelgaard volledig in gebruik door het voortgezet onderwijs en is er in De Wielewaal alleen nog beperkt ruimte op woensdagochtend en vrijdagmiddag. Opvallend is dat in De Wielewaal maandag overdag wordt vrijgehouden voor schoonmaak. Vanaf 17.00 uur tot 23.00 uur zijn de sporthallen nagenoeg volledig in gebruik door sportverenigingen. Zij onderschrijven het onder verenigingen breed ervaren draagvlak voor uitbreiding van de capaciteit met minimaal één zaaldeel en concluderen: “Op basis van de prognose van verenigingen is de verwachting gerechtvaardigd dat een extra vierde zaaldeel gevuld prima gevuld zal worden op een totale capaciteit van 35 uur. Uitgangspunt moet dan wel zijn dat ook op de minder courante uren voor 18.00 en na 22.00 uur de capaciteit goed ingeroosterd blijft. Als tegemoet gekomen wordt aan de wens van de verenigingen om deze uren niet meer of minder in te roosteren dan zal een extra vierde zaaldeel niet toereikend zijn. Van belang is ook dat de gemeente de regie houdt bij de inroostering van de ruimte die ontstaat bij een uitbreiding met een zaaldeel. Streven moet zijn om versnippering van uren te beperken.”
Beschikbare capaciteit
Op basis van leerlingenprognoses is volgens de onderzoekers tot 2030 sprake van een toename van het aantal groepen en daarmee van het aantal klokuren/lesuren bewegingsonderwijs. “Zeker als de maandag beschikbaar komt voor inroostering van bewegingsonderwijs volstaat voorlopig de huidige capaciteit. Op basis van 26 klokuren bewegingsonderwijs voor het primair onderwijs en 40 lesuren bewegingsonderwijs voor het voortgezet onderwijs per zaaldeel per week volstaan vijf zaaldelen vanaf 2030. Met de beschikbare capaciteit van zes zaaldelen (drie in zowel De Wielewaal als De Appelgaard) kan ingespeeld worden op de behoefte. Mocht onverhoopt toch meer ruimtebehoefte ontstaat dan in de binnensportaccommodaties gehuisvest kan worden, dan moet kunnen ook andere ruimten ingezet worden voor bewegingsonderwijs (denk aan: sportvelden en schoolpleinen)”, valt te lezen.
Vitale verenigingen
Op basis van demografische ontwikkelingen en woningbouwplannen zal het inwonertal van Hardinxveld-Giessendam de komende jaren nog wat groeien. Synarchis concludeert: “De invloed daarvan op de sportdeelname zal beperkt zijn. Belangrijker voor de sportdeelname is dat sprake is van vitale verenigingen, die de ruimte hebben om hun leden te faciliteren in hun favoriete sport. Uit het onderzoek is gebleken dat in De Wielewaal sprake is van vitale verenigingen, maar dat de benodigde ruimte te wensen overlaat. Verenigingen geven aan dat de uren voor 18.00 uur en na 22.00 uur steeds moeilijker zijn in te roosteren. Gebrek aan courante uren leidt tot rem op de potentiële groei aan leden, problemen bij de inzet van vrijwilligers, maar voor sommige verenigingen ook een beperking van de sportieve ambities. Noodgedwongen moet uitgeweken worden naar accommodaties in andere gemeenten.”